De hel lag altijd al op de Filipijnen. De Filipijnen zijn ook altijd al het afvoerputje van de wereld geweest. Slecht karma en een zondige ziel zijn de enige reden waarom je er geboren wordt en er sterven zal. De Filipijnen zijn een straf van God en God heeft je voorgoed in de steek gelaten als je eenmaal voet op de Filipijnen hebt gezet. Hij fluistert je nog een laatste waarschuwing in voordat je vertrekt, maar daarna is het voorbij. ‘Als je naar de Filipijnen gaat trek ik mijn handen van je af, Sammie.‘ dat is wat hij zei. Ik ben gegaan en heb vanaf dat moment nooit meer iets van God gehoord.
De Filipijnen is niets meer dan een afvoerputje vol verschoppelingen. Het slijk der aarde, het drek van de wereld. Druk met bidden, oplichten en hoereren. God had gelijk dat hij zijn handen van me aftrok, normale mensen gaan namelijk niet naar de Filipijnen. Normale mensen nemen de laatste waarschuwing ter harte en boeken hun ticket om naar een willekeurig ander land. Het maakt niet uit waar je heen gaat maar vermijd het Sodom en Gomorra dat schuilgaat achter de natuurlijke schoonheid van de Filipijnen.
Een façade van vriendelijkheid wordt opgehouden tot de avond begint in te vallen. Vanuit smoezelige hotelkamertjes komen de ladyboys naar buiten en de straat begint zich te vullen met oplichters, dealers, pooiers en hoeren. ’s Avonds zie je het ware gezicht van de Filipijnen. ‘s Avonds zie je een land waar een mensenleven een maximale waarde van een uurprijs heeft. Overjarige zonverbrande Westerlingen die aan hun San Miguel lurken wachten aan de bar tot de ingehuurde ladyboys ze aanklampen om voor een avond het gevoel te hebben dat ze de meest bijzondere man op aarde zijn. Het zijn naargeestige sprookjes die verkocht worden. Elke avond weer en telkens weer volgens hetzelfde stramien. De man laat zich paaien, de ladyboy wrijft, kleeft, lacht en voert dronken. Zo petite als ze zijn, zuipen kunnen ze als een bouwvakker.
Een tafel verderop zie je een groep vrouwelijke hoeren als aasgieren om zich heen kijken. Er komt een slachtoffer binnen en ze klampen hem aan. De man wordt overladen met aandacht en liefde, vanavond is hij de held. Overdag is hij een man van middelbare leeftijd met een middelmatig leven en een gemiddelde intelligentie maar vanavond is hij de God die het land al jaren geleden in de steek heeft gelaten. Vaya Con Dios! Een geanimeerd gesprek begint en wanneer de man naar het toilet gaat bespreken de hoeren wie er blijft zitten. Na zijn terugkomst druipen twee hoeren af die hun heil een bar verder zullen zoeken.
De volgende ochtend zie ik de man en de overgebleven hoer in de lobby van het hotel zitten. De man heeft zijn koffers gepakt en staat op het punt om te vertrekken. De hoer waar hij een paar uur eerder nog zo’n geanimeerd en liefdevol gesprek mee had scheld hem nu uit voor vetzak met een klein piemeltje en een cheapass die te egoïstisch is om nog een rekening voor haar te betalen. Ze heeft groot gelijk. Als je iemand voor een paar tientjes de nacht van zijn leven bezorgd kan er ook best nog wel een drankrekening vanaf.
Ik kan bijna niet geloven dat iemand zo’n ongenuanceerd artikel kan schrijven. U belicht een ,inderdaad bestaand, stukje van de samenleving. Om daarmee de hele Filippijnen en alle Filippino’s weg te zetten als afschuwelijk is wel erg kort door de bocht.