Op een slechte avond zou ik kunnen denken dat het er niets toe doet wat ik tegen je zeg, maar dat doe ik niet. Ondanks dat ik me bewust ben van je geveinsde interesse. Uit beleefdheid hang je niet op en laat je mij rustig raaskallen over mijn dag die net zo interessant was als de vorige dag en de dag daarvoor en… En eigenlijk als alle dagen daarvoor ook wel. Ja, je weet het ondertussen wel. Mijn autistische gemoedstoestand gedijt prima bij 9 tot 5 dagen. Van verrassingen word ik alleen maar manisch en onvoorspelbaar. Dat weet jij beter dan wie dan ook en daar ben ik maar wat blij om!
Dat er geen wij meer is maakt niets meer uit. Jij, ik wij. Mijn fantasie heeft niet veel meer nodig om voor even weer bevredigd te zijn. Gedwee speel je het spelletje mee tot je geen zin meer hebt en ophangt. Wat je na afloop van ons telefoonspel doet weet ik niet. Misschien lig je zelfs tijdens het bellen al met je benen wijd voor een ander, speelt je vrije hand met een halfslappe vreemde piemel of proeft een vreemde mond verlekkerd aan je tepels. Je hoeft het me niet te vertellen, levenslang ongeluk zit immers maar in een kleine en onbenullige waarheid.
Noem me een koppige sukkel, maar ik voel me er prima bij. Jij vertelt niets over jouw avonturen en ik praat honderduit over alles wat er niet toe doet. Soms krijg ik het zelfs nog voor elkaar om je te laten lachen! Tussen je gehum door veegt jouw lach al mijn onzekerheden van tafel. Alsof jouw bulderlach een goddelijk teken is dat het allemaal goed komt. Zon, wolken en regen maar dan in een andere doorbrekende volgorde van gebeurtenissen. Ik maak mezelf wijs dat ik je onder controle heb en jij gunt me die illusie. Glimlachend in je knuistje om zoveel stupide goedgelovigheid waarschijnlijk, maar het werkt! Ik voel me een beter mens zolang jij me in de waan laat.
En ik weet dat mijn telefoontjes meestal beroerd getimed waren. Als je opnam kon ik het al horen aan je stem en je manier van ademhalen. Meestal zuchtend en vol ongeduld. Maar ik was allang blij dat ik niet weer genoegen moest nemen met je voicemail. “Hoi, dit is Layla. Spreek gerust mijn voicemail in want ik luister hem toch niet af. Doei!!”
Ergens heb ik dat nooit helemaal kunnen geloven, daarom sprak ik toch altijd braaf je voicemail in. Al was het maar om mijn verhaal kwijt te kunnen zodat de opstopping van frustraties in mijn hoofd opgelost was en ik weer verder kon met mijn leven. Ik geef toe dat ik niet altijd even netjes ben geweest bij het inspreken van je voicemail, maar ik kon soms ook niet anders! Zelfs een man kan overmand door emoties raken en daar later weer spijt van hebben.
Wat dat betreft zijn jij en ik precies hetzelfde. We hebben allebei een gevoelsleven waar de ander niets van begrijpt of wil begrijpen. We overzien ook niet altijd de consequenties van onze acties en onze woorden hebben even vaak de proef der fatsoen niet kunnen doorstaan. En toch weet ik dat als ik maar vaak genoeg bel er een moment zal komen dat je daadwerkelijk weer geïnteresseerd bent in mijn saaie verhalen. Tot die tijd zal ik volhouden dat mijn fantasie de werkelijkheid is waar we allebei ze erg naar verlangen.
Comments