Eerlijk gezegd interesseert het me allemaal niets. Het nieuws, de stand van het land en de wereld. Onrecht, oorlog, onrecht en onvrede over gecorrumpeerde leiders. Het kan me gestolen worden wie er vandaag weer dader is en morgen als martelaar op een voetstuk geplaatst zal worden. Mensen sterven van honger en ziekte en volksstammen worden uitgemoord. Ieder moment van de dag worden ergens wel vrije geesten gegijzeld, ledematen afgesneden en botten versplinterd. En dat allemaal uit naam van god of na een hersenspoeling van een corrupte ideologie.
En hier? Hier slachtofferen we ons vrijwillig voor een algemeen belang dat niemand meer als zodanig erkent. In één onophoudelijke en kleinzielige klaagzang slepen we ons naar de slachtbank en schreeuwen heel hard in koor dat ze ‘OOK ALTIJD ONS, DE GEWONE MAN, MOETEN HEBBEN!!!’ Jong, oud, arm, rijk, links en rechts. We zijn allemaal de gewone man en áltijd zijn we het slachtoffer en ‘altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd altijd zijn er godverdomme wel klootzakken die van ons profiteren!’
Mensen, Laat me alsjeblieft eens met rust! Ik ga beetje bij beetje kapot aan deze onzin. Jullie zijn de schreeuwlelijkerds waar ik niet aan kan ontkomen. De ongelooflijke domheid van een zichzelf overschreeuwende massa is overal. Ik zie jullie op een rijtje staan, wachtend en smekend om je klaagzang over elkaar uit te kunnen kotsen. De oninteressante meningen druipend van het eigen smegma worden als vaststaande waarheden de wereld in geslingerd. Mijn wereld wel te verstaan. Want het is godverdomme óók mijn wereld, stelletje opdringerige hufters! Er is geen ontkomen aan en voor ik het weet ben ik met niets anders bezig dan de oninspirerende klootzakken van deze wereld, ook wel mens en wereldburger genoemd.
Ik heb echt niet zoveel noten op mijn zang en ik heb helemaal niet zoveel ruimte nodig. Ik heb maar een heel klein stukje aarde nodig om alleen op de wereld te kunnen zijn. En soms lukt het ook echt om even alleen te zijn. Het is de ultieme vrijheid. Alleen in mijn eigen wereld, zorgvuldig door mijzelf opgebouwd en ingericht. Vertederend lacht er een pracht van een vrouw naar me. Met een lichaam op maat voor mij gemaakt en handen die geprogrammeerd zijn om me aan t raken als ik daar behoefte aan heb. Een vrouw die ‘ik hou van je’ in mijn oor fluistert en die tegen me aankruipt als ik onrustig slaap. Een vrouw die ondeugende grapjes maakt en begint met stralen als ik er om moet lachen. Het is een kleine wereld, maar het is wel mijn wereld. Een ruimte van 45 vierkante meter met afbladderend behang en oud uitgezakt meubilair. Als ik mijn ogen dicht doe zie ik het niet meer en als ik naar haar luister voelt het vanzelf als een paradijs.
Comments