(Afbeelding: Joop Klepzeiker van Eric Schreurs)
Mongoleh! Er is geen Leidser woord dan ‘mongool’ volgens mij. Het viel me laatst pas voor het eerst op terwijl ik toch al een stevige 30 jaar in Leiden woon. Gelukkig is het woord mongool nooit zo omstreden geweest als het Haagsche ‘kankah’ (spel je dat zo?) of het Urkse ‘Godverdomme!’ want anders zou heel Leiden in een stuip schieten waarschijnlijk. Of misschien is het woord mongool buiten Leiden wel omstreden, maar is dat idee nooit tot binnen de Leidse stadsgrenzen doorgedrongen. Alhoewel dat voor de gemiddelde Leidenaar ook geen tering uitmaakt, wij zijn namelijk misantropen pur sang en uiteindelijk is iedereen een mongool behalve wij zelf.
Het woord mongool kan je overal en altijd gebruiken. Als je iemand niet kent noem je hem in eerste instantie mongool en als je later een naam bij het gezicht weet zal je hem mongool blijven noemen. Slechte grappen zijn mongolengrappen, maar goede grappen zijn dat gelukkig ook. Wijven die er uitzien alsof ze dagelijks stoeptegels pijpen zijn mongolenwijven en dames waar je de rest van je leven het bed mee wilt delen zullen al snel genoeg ook het koosnaampje mongolenwijf krijgen. En geloof het of niet, maar een eeuwenlange overlevering heeft uitgewezen dat het heel hard schreeuwen van ‘mongool!’ altijd al als de ultieme lokroep voor de Leidse vrouw heeft gefungeerd.
Nou is schreeuwen voor een Leidenaar ongeveer hetzelfde als praten. Als je niet beter zou weten zou je jezelf dan ook soms in Vietnam wanen. De Vietnamees praat namelijk ook alleen maar op schreeuwniveau. Ik geef toe dat het stemvolume wel zo’n beetje de enige overeenkomst tussen de Vietnamees en Leidenaar is. Een Vietnamees zou er immers nooit 80 jaar over doen om een oorlog te winnen en hun culinaire cultuur is net iets verfijnder en verder ontwikkeld dan een stukje rauwe vis en geprakte aardappelen met peen en uien. Ik dwaal af, alhoewel…
We hadden het over de lokroep mongool, en in mijn stoutste dromen werkt deze lokroep ook voor de Vietnamese vrouw. Na mijn ‘massage boomboom’ met happy end roep ik uit dat ze echt ‘mongolengoed ken neukeh!’. Met haar priemende ogen kijkt mijn kleine Vietnamese natuurlijke wonder me vervolgens doordringend aan en duwt ze zachtjes haar dijbenen dicht tegen elkaar waarop ze een meervoudig orgasme krijgt (Vrij vertaald naar een theorie van Leidse held Eric Schreurs over het vrouwelijk orgasme).
Ik weet wat me te doen staat. Ik moet terug naar Vietnam om als een missionaris de Leidse mores te verbreiden. Daarmee heb ik ook mijn steentje bijgedragen aan een betere wereld.
Comments