Ik keek haar aan en dacht ‘ja, dit is nou echt een lieve vrouw’. Het was vertederend om haar zo oprecht verbaasd te zien kijken als ik weer iets stoms zei. Het werd daarom ook een uitdaging om zo vaak mogelijk iets stoms te zeggen, gewoon zodat ik die verbaasde blik weer kon zien. Als ik maar vaak genoeg die verbaasde blik zag dan zou ik me dat tot het einde van mijn leven kunnen blijven herinneren. Ze was ook op haar mooist als ze verbaasd was. Haar gezicht ontspande en van de zelfstandige en geëmancipeerde vrouw die alles al gezien had veranderde ze in het naïeve meisje dat de wereld nog moest leren ontdekken.
De beste momenten waren s’ochtends vroeg als ze een kater had. Ik maakte haar dan voorzichtig wakker zodat ze nog slaperig genoeg was om naar me te luisteren, maar net niet wakker genoeg om te merken dat ik onzin uitkraamde. Terwijl ze slaperig tegen me aan kroop kon ik beginnen met praten.
‘Ben je wakker? Goh.. Jij slaapt ook niet vast hè?’
‘Hè? Ik slaap enorm vast!’ En als ze enorm zei dan sprak ze dat altijd uit als ‘enoooorm’. Zelfs als ze nog maar net wakker was. Haar oprechte ‘enoooorm’ beschouwde ik als een bonus die ik kreeg bij de verbaasde blik.
‘Nee hoor, ik heb echt heel voorzichtig gedaan net en je werd spontaan wakker. Jij wordt al wakker als ik denk aan omdraaien, zo licht slaap je.’ Loog ik overtuigend. De waarheid gebiedt namelijk te zeggen dat ik altijd behoorlijk moest porren om weer wat leven in haar te krijgen.
Maar gelukkig kan ik ’s ochtends liegen als de beste. Ik kan ‘sochtends zo goed liegen dat ik er zelfs over nagedacht heb om 2e hands auto’s te verkopen. Dan zou ik alleen maar geopend zijn van 7 tot 9 en in die tijd mijn slag slaan. ‘Ja mevrouwtje, dit beestje spint de komende 100.000 kilometer nog wel als een kitten op XTC’. Het zou een gouden vondst zijn voor me. Ik zou binnen 5 jaar volledig financieel onafhankelijk zijn en de rest van mijn dagen kunnen slijten met het vertederd raken van haar verbaasde blik. Zo goed kan ik ’s ochtends liegen!
En bij die eerste leugen zou ze opeens klaarwakker zijn. Vanuit haar gekrulde houding tegen mij aan zou ze opeens opkijken en me met haar slaperige hoofd bestuderen.
‘Meen je dat nou echt? Dat heb ik nog nooit van iemand gehoord hoor.’
‘Ja, nee, ik weet het ook niet. Misschien voel je je niet helemaal veilig bij me? Misschien denk je wel dat ik een hele grote grizzlybeer ben die bij het wakker worden graag blonde en onschuldige vrouwtjes opeet. Je denkt toch niet dat ik een hongerige grizzlybeer ben hè?’
‘Nee natuurlijk niet! Wat is dit nou weer voor iets raars?’
‘Nou nee.. Ja, dat vond ik ook raar maar ik heb je wel eens overtuigender gehoord. Het was raar tot je zo ongeloofwaardig begon met ontkennen. Je denkt dus dat ik een grizzlybeer ben! Ongelooflijk! Weet je dat nog nooit iemand mij voor een grizzlybeer heeft aangezien? Je bent echt de eerste!’
SAMMIE!! ALSJEBLIEFT!! IK WIL SLAPEN! IK MOET SLAPEN!’
En ik geef toe, ik haalde er een sadistisch genoegen uit om haar na dat moment van verbazing wanhopig weer de slaap te zien pakken. Met veel te veel deken om haar heen geslagen en mijn lijf als opgeklopt kussen gebruikend probeerde ze dan weer in slaap te vallen, om na een paar minuten weer verbaasd en gefrustreerd op te kijken. ‘Ja, en nu moet ik dus plassen hè!’
Terwijl ze opstond viel ik met de gedachte aan haar verbaasde blik weer tevreden in slaap voordat ze terug was van het toilet. Het blijft jammer dat ik toen nooit haar gezicht heb kunnen zien.
Comments