Doet het er toe hoe ik me voel? Maakt het je echt iets uit of vraag je dat puur uit beleefdheid? Is het geveinsde interesse om je ziel vrij te kopen? Om te voorkomen dat ik je een armageddon in wens en mijn avonden doorbreng met het leggen van heksencirkels van sigarettenas en geordend theelichtjes in pentagrammen zet? Ik hoor aan je stem namelijk dat het je niets uitmaakt.
Je geeft er geen mallemoer om. Jij, ik, wij. Dat is mijn fantasie waar jij gedwee in meegaat. Het spelletje meespelend om van mijn gezeik af te zijn. Mij aan dat verstikkende lijntje om mijn nek houden is jouw goede daad voor de mensheid. Zo mooi als jij de wereld hebt kunnen maken door mij voor de gek te houden, dat talent is zeer weinig mensen gegeven.
Een idioot op twee benen, ik ben het. Man van het volk, poten in de modder en met een domme grijns op mijn smoel zak ik steeds verder weg in de blubber. Ik had het godverdomme aan kunnen zien komen. Iedereen zag het verdomme aan komen. Maar ik was doof en eigenwijs. “Nee jongens, geloof me, ik heb het onder controle. Ze eet uit mijn hand!” Als ik aan mijn eigen handen rook vroeg ik me wel af wie daar in godsnaam uit zou willen eten, maar dat soort kleinigheden mochten de pret niet drukken.
Mijn telefoontjes waren goed getimed, altijd nuchter en nooit met een kater. Ik belde alleen als ik in een opperbest humeur was en me minstens een dag niet had afgetrokken zodat het testosteron zelfs op mijn stembanden zou slaan. Mijn grappen had ik voor even opgespaard en als komische kers op de taart las ik altijd eerst de teksten van Aerosmith’s Get a grip nog eens na zodat er net dat extra beetje Tylerswing in mijn humor zou zitten. Wel de nuchtere Steven Tyler natuurlijk. De man die vanuit staande positie salto’s kon maken en daarmee ieder vrouwenhart sneller liet kloppen.
Andere keren zette ik The Ratpack aan op de achtergrond. Sinatraslick luisterde ik naar je en bracht ik je stressniveau tot normale proporties terug door de wijze oude man te spelen terwijl ik mezelf al instemmend hummend nog even achter mijn oren afdroogde. Ik dacht de controle te hebben en vond het heerlijk om in die waan te leven.
Ach ja, natuurlijk ben ik niet altijd netjes geweest. Ik ben een man, dat is een deel van mijn excuus. En ik ben een man, dat is het andere deel van mijn excuus. Ik functioneer op een ander niveau dan jij schat. Ik zou willen dat ik kon tippen aan jouw gevoelsleven en dat ik vooraf de consequenties van mijn acties kon overzien. Dat ik calculerend mijn woorden kon wegen en daarop mijn enthousiasme kon doseren.
Maar dat kan ik niet. Ik ben stil, en als ik niet stil ben dan schreeuw ik. Ik ben stil als ik je bij me wens en ik schreeuw mijn keel kapot als ik merk dat je niet meer bij me wilt zijn.
Comments